Als reactie op de hernieuwde interesse in sterrenkunde en ruimtevaart omwille van de maanlanding ontsprongen er doorheen heel Vlaanderen nieuwe sterrenkundige jeugdverenigingen. Zo ook in Limburg, waar een beweging in gang werd gezet die resulteerde in JVS-Descartes, de Limburgse Volkssterrenwacht en de Cosmodrome. Graag blik ik met jullie terug op hoe dit allemaal tot stand kwam. Geschreven door iemand die er zelf nog niet was, maar geholpen door enkele oud-Descartianen. Met dank aan Emiel Vanderfeesten, Chris Janssen en Sander David voor het verschaffen van verhalen, foto’s en documenten.
De Jonge Onderzoekers
Het verhaal over de oorsprong van JVS-Descartes begint nog voor 1970. Na de maanlanding richtte Genkenaar Lode Vanhoutte de Jonge Onderzoekers op. Een groepje vrienden uit Genk dat regelmatig samenkwam in het teken van de wetenschap. Hun doel was het samenbrengen van kinderen en jongeren om zich bezig te houden met de wetenschap en om de natuurwetenschappen te populariseren bij het bredere publiek. Sterrenkunde maakte hier een deel van uit, maar was zeker niet de enige discipline. Zo werden de Jonge Onderzoekers na verloop van tijd onderverdeeld in drie groepen. Ten eerste, waren er de “Natuurvrienden”. In samenwerking met de vereniging Het Limburgse Landschap, Centrum voor Natuurbeschermingsedukatie en de Belgische Natuur- en Vogelreservaten deden zij aan de inventarisatie, conservatie en het gidsen van Limburgse natuurreservaten. Ten tweede, was er de “Jeugdclub Archeologie” die zich bezighielden met opgravingswerken in en rond Genk (oa. de Motruïne). Ten slotte, was er de groep genaamd “Ruimtevaart en Sterrenkunde”, vanaf 27 maart 1972 officieel ingeschreven bij de Jongerenvereniging voor Sterrenkunde onder de nieuwe naam “JVS-Descartes”. Maar waar komt die naam nu eigenlijk vandaan? Emiel Vanderfeesten, de eerste secretaris van Descartes, kon me hier het volgende over vertellen:
“Omdat we er niet uit geraakten welke naam te kiezen stelde Lode [Vanhoutte] de naam Descartes voor. Enerzijds wegens de landing op de maan in de krater Descartes [Apollo 16], anderzijds omdat dit de basis was van het cartesiaans stelsel waarmee plaatsen in de ruimte bepaald konden worden.”
Descartes als kern van de Jongerenvereniging voor Sterrenkunde
JVS-Descartes bestond (aldus een Astra uit 1972) uit een “jonge groep astronomen (12 tot 15 jaar)”, “onder de begeesterde leiding van Paul Vanhoutte (17 jaar)”. Ze hielden zich bezig met het bouwen van telescopen, het organiseren van bijeenkomsten van JVS-Limburg, het waarnemen met zowel prisma’s als grotere kijkers en brachten een eigen krantje uit onder de naam “Descartes”. De vereniging won veel aan bekendheid na hun samenwerking met de VVS en het Provinciaal Domein Bokrijk bij de veertiendaags sterrenkunde- en ruimtevaart in het Arboretum. Deze editie, die plaatsvond rond de eerste verjaardag van Descartes, trok niet minder dan 6247 deelnemers. In deze periode vonden de bijeenkomsten en vergaderingen veelal plaats te Bokrijk. Er werden ook jeugdcursussen georganiseerd, waarneemavonden gehouden, variabele sterren opgemeten en meteoren geteld. Om het contact met lagere en middelbare scholieren te behouden werden goede connecties in stand gehouden met de Genkse scholen. Emiel Vanderfeesten ontdekte bijvoorbeeld de vereniging via een tentoonstelling van sterrenkijkers in de meisjesschool “Regina Mundi” te Genk. Dit leverde zelfs een eigen clublokaaltje op in de technische school “Technisch Instituut Sint-Lodewijk”, waar vanaf dan onze vergaderingen georganiseerd konden worden.
JVS-Iris
Sommigen zijn er misschien al van op de hoogte. Maar wisten jullie dat er ook kort een afgesplitste Hasseltse kern heeft bestaan? Tijdens de activiteiten van Descartes in Bokrijk, hetgeen tussen Genk en Hasselt in ligt, werden heel wat nieuwe leden geworven uit Hasselt en Diepenbeek. Deze leden splitsten zich in 1974 van Descartes omwille van de afstand maar behielden wel een hechte band met hun Genkse vrienden. De naam “Iris” werd gekozen omdat de planetoïde Iris in oppositie stond bij de oprichting. Omwille van een te klein ledenaantal fuseerde JVS-Iris rond 1976 echter weer met JVS-Descartes. Naast Iris bestond in Limburg ook nog JVS-Bensalem te Maaseik, JVS-Breska te Bree en JVS-Aquilla te Lommel, samen gegroepeerd onder de naam JVS-Limburg.
Grote ambities: de bouw van een eigen sterrenwacht
Reeds van in het begin heeft bij Descartes de ambitie bestaan om een eigen Limburgse Volkssterrenwacht uit te bouwen. In 1973 beschikten elf Descartianen (toen nog gewoon Cartesianen genoemd) al over een eigen gekochte of gebouwde telescoop die zij ter beschikking stelden aan jong en oud om de hemel waar te nemen. Maar om hun doel te bereiken, de popularisatie van sterrenkunde onder het algemene volk, hadden ze een vaste installatie nodig. Dat de ambitie groot was, valt af te leiden uit het volgende stuk uit een jaarverslag (1973) van de Jonge Onderzoekers:
Maar, (spoiler alert) in 1975 stond er nog geen sterrenwacht. Ze waren jong en onbezonnen, maar waar een wil is, is een weg. Dat blijkt alleen al uit de creativiteit in de zoektocht naar hoe die sterrenwacht gefinancierd zou worden:
“Om bekend te raken bij de bevolking werd er een tekenwedstrijd ingericht. Ook contacteerde Lode [Vanhoutte] de Arabische sjeiks om aan geld te komen, iets wat hij waarschijnlijk geleerd had bij de schriftelijke cursus “Praktische psychologie” die hij ooit gevolgd had” ~Emiel Vanderfeesten
Maar even terug naar die tentoonstelling in 1973 te Bokrijk. Één van de bezoekers was Armand Pien, de bekende voormalige weerman van de BRT (nu VRT). Armand Pien had op dat moment al het plan om in elke Vlaamse provincie een volkssterrenwacht neer te poten en in Limburg had hij nog geen locatie voor ogen. Zo begon de zoektocht naar een geschikte locatie:
“Hier [Bokrijk] heb ik langs Armand Pien op mijn hurken gezeten om te genieten hoe de hagelkorrels in het gras terug naar omhoog sprongen. De conservator van het Arboretum raadde Lode aan om het bouwen van een sterrenwacht groter aan te pakken. En zo trok Lode [Vanhoutte] de hele provincie Limburg rond om de juiste plaats te vinden, om uiteindelijk terug te eindigen in Kattevenia in Genk. ” ~Emiel Vanderfeesten
Stad Genk zag groot toeristisch potentieel in het project en zo groeiden de plannen uit van een bescheiden telescoopkoepel op grondniveau tot een volkssterrenwacht met een tentoonstellingsruimte en een telescoop die boven de bomen kon uitkijken. Als simpele JVS-kern was Descartes echter niet bevoegd om een sterrenwacht uit de grond te stampen. Daarom werd er een VZW opgericht, de “VZW Limburgse Volkssterrenwacht”, ook wel LVS afgekort. De financiële en officiële kant werd volledig overgenomen door LVS en de voormalige Descartianen werden werknemers en vrijwilligers van de volkssterrenwacht.
Zo groeide Descartes uit tot iets wat groter was dan een JVS-kern. Descartes bouwde met haar leden gedurende ongeveer 5 jaar mee aan de sterrenwacht, die uiteindelijk opende in 1984.
Foto’s: Gekregen van Chris Janssen maar fotograaf onbekend
De wedergeboorte van JVS-Descartes
Maar naarmate de onderneming groter werd, bleef er van de oorspronkelijke jeugdvereniging steeds minder over. De leden die verder gingen in het sterrenwacht verhaal zaten nu bij de LVS en anderen gingen verder doorstuderen of hadden een job. Tegen 1978 was de jeugdgroep daarom teruggevallen tot slechts vier hechte leden. Daarom besloot de Volkssterrenwacht nieuwe leden te werven. De jeugdcursus van 1978 telde maar liefst 120 cursisten. In 1980 was deze “Jongerenwerkgroep van de LVS” hierdoor weer gegroeid tot een aanzienlijk aantal. In deze periode was het ook alle hens aan dek voor de bouw van de sterrenwacht. De jongerenwerkgroep bouwde de glasvezel koepel van de grote telescoop (zie foto), legde elektrische leidingen aan en voerde schilderwerken uit. In 1984 kreeg deze jongerengroep opnieuw de naam “JVS-Descartes” toegekend. Hoewel er dus altijd actieve leden van de vereniging geweest zijn, is er een korte identiteitscrisis geweest. Sindsdien is onze kern in die vorm blijven bestaan met leden tussen de 10 en 25 jaar.
2 reacties
Toontje Kunnen · 14 mei 2021 op 17:22
Nu kunnen we de geschiedenis altijd en overal nog eens lezen. Echt fijn! Meer van dat aub. Oh ja: Leuk geschreven.
Wout Goesaert · 27 mei 2021 op 11:47
Dankjewel, Toontje!